Corona … We kunnen het woord
niet meer horen. Toch heeft het onze taal op korte tijd aanzienlijk
verrijkt met heel wat nieuwe woorden. Een taal leeft en is voortdurend in
beweging. Dat is juist het mooie eraan en daarom hou ik zo van taal. Omwille
van deze twee redenen koos ik voor dit artikel. De hoofdredacteur van de Dikke van
Dale, Ton den Boon, heeft een heuse oplijsting gemaakt van alle nieuwe coronawoorden.
Bestaande woorden kregen sinds de coronacrisis een compleet andere betekenis,
zo zal ik geen ‘bubbels’ meer drinken zonder te moeten denken aan de
mensen met wie ik samenwoon. En wie had een klein jaar geleden gedacht dat we
naar een plexiglassamenleving zouden evolueren? Ook een lockdownscepticus was
me tot nu toe vreemd. Ik heb het weekend nog nooit zo vaak al skyperitievend
ingezet als de voorbije maanden. Mijn klaslokaal werd plots een anderhalvemeterwerkplek.
Toen ik aan deze opleiding begon -net voor de crisis uitbrak- had ik evenmin gedacht dat dit een coronadiploma zou opleveren.
Of we na afloop van deze
pandemie elkaar nog steeds zullen begroeten met een Wuhanshake of voetzoentje, is nog maar de
vraag. En vermoedelijk zullen we over tien jaar aan onze
leerlingen moeten uitleggen wat een anderehalvemetersamenleving is, al dan niet via afstandsonderwijs.
Heeft dit artikel mij cultureel verrijkt? Ja, toch wel. Ik vind het fijn om nieuwe woorden te leren kennen en zo mogelijk te gebruiken in een gepaste les, ook al zullen deze vondsten na verloop van tijd vanzelf weer uit ons lexicon verdwijnen.
De databank levert in ieder
geval een lijst vol met leuke neologismen op die ik zeker eens in een of andere les ga
gebruiken. Laat ons zeggen
dat corona op taalvlak toch iets positiefs heeft bijgedragen.
Dit en meer leuks kan je
vinden op het coronawoordenboek
Bron: Maes, L. (2020, 25 juli). Het Coronawoordenboek: de taal van het virus. Geraadpleegd op 15 november 2020, van https://overtaal.be/2020/07/het-coronawoordenboek-de-taal-van-het-virus/
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
reactie