zondag 29 november 2020

De pest

 

Oef, wat was ik blij dat ik de laatste bladzijde van dit boek heb gehaald! Ik moet zeggen dat het absoluut géén luchtige literatuur is. Maar goed, ik had ook niet veel anders verwacht. Het viel me verdorie best zwaar om te lezen en het was een taaie doorbijter. Ik heb het dan ook meermaals weggelegd en er enkele weken over gedaan. Het is geen boek dat je verslindt of dat zin geeft om verder te lezen, maar eerder een waar je doorheen moet ploeteren. Het is niet zozeer de omvang ervan, maar het heeft te maken met Camus' verouderde schrijfstijl. Zijn woordgebruik is -niet verwonderlijk voor een boek uit 1947- wat gedateerd en zijn zinnen zijn vaak filosofisch en lang uitgesponnen. Bovendien is het boek doorspekt van een soort 'zwaarte' die het extra beladen maakt. 

Ik was erg nieuwsgierig naar deze klassieker. In deze coronaperiode boomde de verkoop ervan plots enorm en daarom wilde ik het erg graag lezen. Ik kocht het online en was benieuwd naar het verhaal. Al gauw bleek dat ik me niet aan een echt verhaal moest verwachten. Het is dan ook een kroniek over het verloop van de pestepidemie. Niet dat dit me teleurstelde, ik ben hiermee alweer een ongekende literaire ervaring rijker en leer zo een nieuw genre kennen.

Uiteraard zijn er opvallende overeenkomsten met de huidige coronacrisis: een bizarre 'ziekte' die plots uitbreekt in een klein dorpje, de vele doden, het zoeken naar de oorzaak, het zoeken naar een vaccin, verschillende dokters met uiteenlopende meningen, het dagelijks meedelen van het aantal sterfgevallen, de quarantaine, de mondmaskers, …. Het is allemaal griezelig gelijkend en tegelijk akelig dat een boek uit 1947 opeens een scenario lijkt te zijn voor wat er zich anno 2020 afspeelt. Camus is op zijn minst visionair! Ik heb zelden een boek gelezen waarvan het verhaal zo eng veel overeenkomsten vertoont met de realiteit. Maar …, het komt goed! We moeten alleen nog even volhouden. Het is pas in de laatste regels dat ik een erg filosofische boodschap las. Ik onthoud dat de geschiedenis zich voortdurend herhaalt omdat wij mensen nooit leren en steeds opnieuw vervallen in onze fouten. Hopelijk zet de afloop van het boek zich ook door in real life.

"Want hij wist wat die blije menigte niet wist en wat in de boeken te lezen staat: de pestbacil sterft nooit uit en verdwijnt nooit definitief; hij kan tientallen jaren achtereen blijven sluimeren in de meubels en in het linnengoed, hij wacht geduldig, in kamers, kelders, koffers, zakdoeken en paperassen, en misschien komt er een dag waarop, tot schade en lering van de mensheid, de pest zijn ratten wekt om ze te laten sterven in een gelukkige stad.

Het coronawoordenboek: de taal van het virus

 


Corona … We kunnen het woord niet meer horen. Toch heeft het onze taal op korte tijd aanzienlijk verrijkt met heel wat nieuwe woorden. Een taal leeft en is voortdurend in beweging. Dat is juist het mooie eraan en daarom hou ik zo van taal. Omwille van deze twee redenen koos ik voor dit artikel. De hoofdredacteur van de Dikke van Dale, Ton den Boon, heeft een heuse oplijsting gemaakt van alle nieuwe coronawoorden. Bestaande woorden kregen sinds de coronacrisis een compleet andere betekenis, zo zal ik geen ‘bubbels’ meer drinken zonder te moeten denken aan de mensen met wie ik samenwoon. En wie had een klein jaar geleden gedacht dat we naar een plexiglassamenleving zouden evolueren? Ook een lockdownscepticus was me tot nu toe vreemd. Ik heb het weekend nog nooit zo vaak al skyperitievend ingezet als de voorbije maanden. Mijn klaslokaal werd plots een anderhalvemeterwerkplek. Toen ik aan deze opleiding begon -net voor de crisis uitbrak- had ik evenmin gedacht dat dit een coronadiploma zou opleveren.

Of we na afloop van deze pandemie elkaar nog steeds zullen begroeten met een Wuhanshake of voetzoentje, is nog maar de vraag. En vermoedelijk zullen we over tien jaar aan onze leerlingen moeten uitleggen wat een anderehalvemetersamenleving is, al dan niet via afstandsonderwijs. Vandaag groeien jongeren op met een andere woordenschat dan wij. Dat maakt taal net zo mooi. Alles verandert en evolueert voortdurend. 

Heeft dit artikel mij cultureel verrijkt? Ja, toch wel. Ik vind het fijn om nieuwe woorden te leren kennen en zo mogelijk te gebruiken in een gepaste les, ook al zullen deze vondsten na verloop van tijd vanzelf weer uit ons lexicon verdwijnen. 

De databank levert in ieder geval een lijst vol met leuke neologismen op die ik zeker eens in een of andere les ga gebruiken. Laat ons zeggen dat corona op taalvlak toch iets positiefs heeft bijgedragen. Zo onthoud ik ‘een covidioot’ als mijn favoriete coronawoord. 

Dit en meer leuks kan je vinden op het coronawoordenboek

Bron: Maes, L. (2020, 25 juli). Het Coronawoordenboek: de taal van het virus. Geraadpleegd op 15 november 2020, van https://overtaal.be/2020/07/het-coronawoordenboek-de-taal-van-het-virus/



dinsdag 24 november 2020

Een verre plek vlakbij

Stel het je voor: je komt terug van een heerlijke vakantie; onderweg krijg je een zwaar auto-ongeluk en in 1 klap verlies je beide ouders. In een paar luttele seconden verandert je hele leven. Hoe voelt het om achter te blijven als wees? Hoe moeilijk is het als je met niemand over je gevoelens kan praten? Een sterk begin heeft dit prachtige boek!

De 2 broers Gryff en Dylan worden na het ongeval een tijdje opgevangen in het huis van de schooldirectrice. Over de dood van de ouders wordt met geen woord gesproken. "Het komt allemaal goed", horen ze voortdurend. Hoewel de jongens aardig gedijen bij de directrice, komt het bericht dat ze moeten verhuizen naar een oom en tante in het verre Wales. Dat maakt hen even opstandig maar het blijken echter hele lieve mensen. Wanneer de broers voor een schoolopdracht samen met een klasgenoot wekelijks eenzame oudjes moeten bezoeken, komen ze terecht bij Powell, een oudere man met wie het goed klikt. Voor het eerst komen er emoties los en kan Gryff over zijn gevoelens praten.

Het verhaal wordt verteld door de oudste broer Dylan. Af en toe dwalen zijn gedachten af naar 'een verre plek vlakbij' , wat verwijst naar de herinneringen aan de tijd met zijn ouders. Pas wanneer Dylan ziet dat zijn jongere broer z'n weg begint te vinden, besluit hij dat het tijd is om hem echt los te laten.

Het boek leest vlot en is in een typische tienerstijl geschreven. Af en toe merk je wat hip taalgebruik dat een beetje gekunsteld overkomt. Als 14-jarig meisje zou ik dit boek absoluut graag gelezen hebben! Het is naar mijn gevoel een echt meisjesboek dat dicht aanleunt bij de eigen leefwereld, het schoolleven, vriendschappen, gevoelens en verdriet.

Het duurde best even voor het mij kon overtuigen, maar naar het einde toe vond ik het een mooi en ontroerend boek. Het is prachtig hoe je doorheen het verhaal de illusie hebt dat de 2 broers constant samen zijn. Dat illustreert hun sterke band. Er zit een verrassende plottwist in die ik hier niet wil spoilen. Het boek leest als een sneltrein. Ik las het in 2 x uit, wat voor mij best een unicum is. Met dit boek merkte ik hoe fijn het kan zijn om nog eens helemaal op te gaan in een jeugdroman. Het is een boek om in het achterhoofd te houden voor een toekomstige le(e)sopdracht. Voor de meisjes in de klas zeker eentje om aan te bevelen. Voor jongens lijkt me dit net iets te soft.

Reacties op andere blogs

  Voor A2/W2 reageerde ik op een blogbericht van deze medestudenten: 1.  Bette Leys:  Schindler's List ~ What's wrong with being dif...