Hoewel de opdrachten voor het cultuurportfolio er voorlopig
even opzitten, kan ik het niet laten om mijn idee te geven bij volgend bericht.
Het is te veelbelovend om ongemoeid te laten. Een tijdje geleden las ik in Fons
het nobele plan om via een boekenclub meer leerlingen aan het lezen te krijgen.
(bericht 3 maart) Ik was er aanvankelijk voor gewonnen maar in de praktijk
blijkt dat toch niet zo’n succes. Lezen blijft een achilleshiel voor scholen.
Vandaag las ik op VRT-nieuws dat een lagere school in Borgerhout een (naar mijn
idee) veel beter plan heeft. Omdat veel leerlingen het vereiste leesniveau niet
halen, laat de school de leerlingen vanaf het eerste leerjaar elke dag een
kwartier verplicht lezen. Bovendien krijgen ze bij hun middagpauze nog eens een
voorleessessie tussen de boterhammen. Deze methode loont want de zesdejaars
scoren zeer hoge cijfers op de eindtesten.
Het gaat er niet zozeer om het lezen aantrekkelijker te
maken denk ik, maar het is vooral kwestie van leerlingen zo jong mogelijk aan
het lezen te krijgen. Bekijk het als een gewoonte aanleren. Hoe jonger je iets
leert, hoe beter je erin wordt. Dat levert hopelijk ook leesplezier op en
leerlingen zullen makkelijker, beter en liever lezen in het secundair. Als je
leerlingen met regelmaat laat lezen vanaf het moment dat ze leren lezen, zullen
ze vaker uit zichzelf lezen omdat ze het beter kunnen. De som is snel gemaakt
en de cirkel is rond. Er is dus nog hoop voor het lezen!